Publicatiedatum 26-12-2023 Laatst gewijzigd 05-01-2024
Van deze muziekberoemdheden namen we in 2023 afscheid. We staan stil bij het overlijden van een aantal bekende en minder bekende artiesten, muzikanten en componisten zoals onder andere Tina Turner (foto), Tony Bennett en Sinead O’ Connor. Maar ook staan we stil bij Wim de Bie, Heddy Lester en Spargo’s Lilian Day Jackson. R.I.P.
Fred White: 1 januari
67: Samen met zijn halfbroer Maurice en zijn broer Verdine White was drummer Fred White lid van de klassieke bezetting van Earth, Wind & Fire. In de jaren 70 en 80 was de Amerikaanse formatie razend populair dankzij de aanstekelijke mix van soul, funk, disco en – in op de eerste platen – jazz.
Jeff Beck: 10 januari
78: In muzikaal opzicht begon 2023 wel heel beroerd met de plotselinge dood van Jeff Beck. Onder zijn publiek, maar zeker onder zijn vakbroeders en -zusters, gold hij als een van de meest vernieuwende en invloedrijke gitaristen van zijn generatie. Hij brak door als gitarist van de Britse band The Yardbirds en formeerde later zijn eigen Jeff Beck Group, met daarin o.a. ook de zanger Rod Stewart. In de decennia die volgden, maakte hij platen onder eigen naam en leende hij zijn karakteristieke geluid aan andere artiesten. Hij werkte o.a. samen met Mick Jagger, Jon Bon Jovi, Roger Waters, Kate Bush, Paul Rodgers en Herbie Hancock. In de laatste jaren van zijn leven trok hij regelmatig op met acteur/muzikant Johnny Depp.
Lisa Marie Presley: 12 januari
54: Lisa Marie Presley was in de eerste plaats de dochter van Elvis en Priscilla Presley. In de jaren 90 was ze enige tijd getrouwd met Michael Jackson. In de 2000s bracht ze een drietal behoorlijk succesvolle albums uit. Ze zette zich in latere jaren ook in voor goede doelen en beheerde, samen met haar moeder, het nalatenschap van haar legendarische vader.
Robbie Bachman: 12 januari
69: Samen met zijn broers Randy en Tim was drummer Robie Bachman lid van de Canadese 70s rockband Bachman Turner Overdrive. Zijn spel was dan ook te horen op classic rock hits als You Ain’t Seen Nothing Yet, Takin’ Care Of Business, Hey You en Roll On Down The Highway.
David Crosby: 18 januari
81: De Amerikaanse zanger en songschrijver David Crosby werd bekend als een van de leden van de Amerikaanse rock band The Byrds. Later maakte hij deel uit van de legendarische supergroep Crosby, Stills, Nash (& Young). In de jaren 70 begon hij ook een solocarrière die o.a. het prachtige debuut If I Could Only Remember My Name opleverde. Ondanks een afnemende gezondheid bleef David Crosby tot op hoge leeftijd actief. Ook zijn latere albums lieten horen dat zijn veelbewogen leven zijn engelachtige stem niet aangetast had.
Ruud Englebert: 19 januari
72: Als bassist liet Ruud Englebert diepe sporen na in het Nederlandse poplandschap. Hij was lid van o.a. Hollander, Vitesse en Wild Romance – de begeleidingsband van Herman Brood. Later in zijn loopbaan werkte hij ook met Frédérique Spigt en Thé Lau.
Tom Verlaine: 28 januari
73: Voor Tom Verlaine een succesvolle solocarrière begon, was hij de frontman van de invloedrijke formatie Television. Het debuut Marquee Moon uit 1977 geldt nog altijd als een van de meest avontuurlijke albums die voortkwam uit de destijds zo florerende punk en new wave scene van New York.
Barrett Strong: 28 januari
81: De Amerikaanse zanger en componist bezorgde het legendarische soullabel Motown de eerste hits met de single Money (That’s What I Want). Samen met producer Norman Whitfield ontpopte hij zich later tot een succesvolle componist voor datzelfde label. Hij had een hand in klassiekers I Heard It Through The Grapevine, War, Ball Of Confusion, Just My Imagination (Running Away With Me) en Papa Was A Rollin’ Stone.
Heddy Lester: 29 januari
72: Hendrika Georziena Affolter deed als Heddy Lester in 1977 mee aan het Eurovisiesongfestival met het liedje Mallemolen. De 35 punten bezorgde haar een 12e plaats. Ze was daarnaast actrice in tv-series en theatervoorstellingen.
Burt Bacharach: 8 februari
94: De Amerikaanse componist Burt Bacharach werkte in zijn lange loopbaan met artiesten als Dionne Warwick, Gene Pitney, Cilla Black, Dusty Springfield, Tom Jones, B.J. Thomas en onze eigen Trijntje Oosterhuis. Enkele van zijn meest succesvolle songs waren This Guy’s In Love With You, Raindrops Keep Fallin’ On My Head, (They Long to Be) Close To You, Arthur’s Theme (Best That You Can Do, That’s What Friends Are For en On My Own. Meer dan 1000 artiesten namen zijn songs op, wat hem 73 keer een plek in de Amerikaanse hitlijst opleverde. Het maakte Burt Bacharach tot een van de meest succesvolle songschrijvers aller tijden.
David Jolicoeur: 12 februari
54: David Jolicoeur, die ook bekend stond als Trugoy the Dove, Plug Two en simpelweg Dave, was een van de drie leden van de Amerikaanse hip hop groep De La Soul. Vooral het debuut 3 Feet High And Rising uit 1989 wordt gezien als een baanbrekend album in de ontwikkeling van de hip hop. De rapper ging de laatste jaren van zijn leven gebukt onder ernstige hartklachten.
Huey ‘Paino’ Smith: 13 februari
89: Boogie-woogie pianist Huey ‘Piano’ Smith was een van de boegbeelden van de rijke muziekcultuur van New Orleans. Zijn stijl kwam goed naar voren zijn veel gecoverde song Rockin’ Pneumonia And The Boogie Woogie Flu.
Chuck Jackson: 16 februari
85: Chuck Jackson was een rhythm ‘n’ blues zanger die in de jaren 60 hits scoorde met o.a. I Can’t Break Away, I Don’t Want To Cry, Any Day Now, I Keep Forgettin’ en All Over The World. I Keep Forgettin’ werd later gecoverd door o.a. Michael McDonald en David Bowie.
Steve Mackey: 2 maart
56: Steve Mackey was een Britse producer en muzikant. Hij werkte o.a. met M.I.A., Florence + the Machine, The Long Blondes en Arcade Fire. Zelf had hij het meeste succes als bassist van de Britpop band Pulp.
Wayne Shorter: 2 maart
89: Saxofonist Wayne Shorter was een van de laatste nog levende legendes die het bebop tijdperk van de jazz voortbracht. Eind jaren 50 brak hij door als lid van Art Blakey’s Jazz Messengers. In de jaren 60 werkte hij met trompettist Miles Davis. En weer een decennium later stond hij aan de wieg van de invloedrijke fusion band Weather Report.
David Lindley: 3 maart
78: Het aantal instrumenten dat de Amerikaan beheerste leek oneindig te zijn. In de jaren 60 maakte hij naam als lid van de band Kaleidoscope. In de jaren 70 vervolgde hij zijn loopbaan onder eigen naam, maar hij verdiende zijn brood vooral als een veelgevraagde sessiemuzikant voor grootheden als Jackson Browne, Linda Ronstadt, Ry Cooder, Bonnie Raitt, Warren Zevon, Curtis Mayfield en Dolly Parton.
Gary Rossington: 5 maart
71: Gary Rossington was een van de oorspronkelijke leden van de southern rock band Lynyrd Skynyrd. Hij was ook een van de gelukkigen die in 1977 het vliegtuigongeluk overleefde dat wel diverse andere leden van de band het leven kostte. Hij bleef tot aan zijn dood betrokken bij de nieuwe incarnaties van Lynyrd Skynyrd.
Jim Gordon: 13 maart
77: Jim Gordon was een getalenteerde drummer die werkte met o.a. The Everly Brothers, The Beach Boys en The Byrds. Het bekendst is zijn bijdrage aan het album Layla And Other Assorted Love Songs van Derek and the Dominos, de band van o.a. Eric Clapton en Duane Allman. De muzikant kreeg later last van ernstige psychische aandoeningen. Na zijn moeder vermoord te hebben, verdween hij voor de rest van zijn leven in de gevangenis.
Bobby Caldwell: 14 maart
71: De Amerikaanse zanger Bobby Caldwell scoorde eind jaren 70 een hit met What You Won’t Do for Love, afkomstig van zijn debuutalbum. Hij schreef later ook songs voor o.a. Amy Grant en Peter Cetera. Hij had in eigen land succes met zijn gelikte combinatie van soft pop en jazz; het was een sound die hem ook in Japan heel geliefd maakte.
Fuzzy Haskins: 16 maart
81: Clarence Eugene ‘Fuzzy’ Haskins was in de jaren 50 en 60 een van de zangers van de doo-wop groep The Parliaments. Hij volgde zijn collega George Clinton toen deze daarna de invloedrijke funkbands Parliament en Funkadelic opzette, waar ‘Fuzzy’ tot 1977 bij betrokken bleef.
Keith Reid: 23 maart
76: Keith Reid was de vaste tekstschrijver van Procol Harum, ook al was hij geen officieel lid van die Britse groep. Hij schreef dus ook de tekst voor de wereldhit A Whiter Shade Of Pale. Keith Reid componeerde later daarnaaast songs voor anderen. Zo had hij de hand in de wereldhit You’re The Voice van John Farnham.
Wim de Bie: 27 maart
83: Als het Simplistisch Verbond, Koot en Bie en later voluit Van Kooten en De Bie was het duo decennialang op de zondagavond de vaste gast in de huiskamers van heel progressief Nederland. Kees van Kooten en Wim de Bie werden natuurlijk vooral bekend met hun satirische sketches, maar ze hadden ook succes met hun liedjes. Zoals Dat Is De Blues, Zoek Jezelf en Jezus Redt – die laatste als de Positivos. Wim de Bie bracht ook een aantal soloplaten uit.
Ryuichi Sakamoto: 28 maart
71: Ryuichi Sakamoto was lid van het Japanse elektro gezelschap Yellow Magic Orchestra. Hij werkte daarnaast samen met o.a. David Sylvian en Youssou N’Dour en hij componeerde de soundtracks voor films als Merry Christmas, Mr. Lawrence, The Last Emperor en The Sheltering Sky.
Ray Shulman: 30 maart
73: Van 1970 tot 1980 maakte zanger, componist en multi-instrumentalist Ray Shulman deel uit van het Britse Gentle Giant, een progressieve rockband die hij had opgericht met zijn broers Derek en Phil. Na het einde van die band ontpopte hij zich tot producer van o.a. Sugarcubes, The Sundays en The Trash Can Sinatras.
Seymour Stein: 2 april
80: De Amerikaan Seymour Stein was medeoprichter van het Sire label en werd later een van de topmensen bij Warner Music. Bands en artiesten die hij tekende, waren o.a. Talking Heads, Ramones, The Pretenders, The Undertones, Ice-T, The Cure, The Smiths, Depeche Mode, Madonna en vroeg in zijn loopbaan onze eigen Focus.
Lasse Wellander: 7 april
70: De Zweed Lasse Wellander was de huisgitarist van ABBA die op alle albums meespeelde, inclusief de comeback plaat Voyage uit 2021.
Mark Sheehan: 14 april
46: Zanger, gitarist en songschrijver Mark Sheehan was eerst lid van de Ierse boyband Mytown. In 2001 richtte hij de alternatieve rockband The Script op. Een oorzaak van zijn overlijden werd niet bekendgemaakt.
Ahmad Jamal: 16 april
92: Ahmad Jamal – geboren als Frederick Russell Jones – was een Amerikaanse jazzpianist, componist en bandleider. Hij werd bekend met een relaxte, onderkoelde stijl waarmee hij van invloed was op trompettist Miles Davis. Ahmad Jamal begon eind jaren 40 al met optreden en bleef tot kort voor zijn dood actief op het podium en in de studio.
April Stevens: 17 april
April Stevens – geboren als Caroline Vincinette LoTempio – werd in de jaren 60 bekend als de helft van het broer en zus duo Nino Tempo & April Stevens. Ze scoorden in 1963 een grote hit met Deep Purple. Het was het favoriete liedje van de ouders van gitarist Ritchie Blackmore, die de titel overnam toen hij eind jaren 60 een naam nodig had voor zijn eigen nieuwe groep.
Lilian Day Jackson: 24 april
63: De Amerikaans-Nederlandse Lilian Day Jackson was van 1979 tot 1983 zangeres van de Nederlandse soul en funk band Spargo. Ze scoorde daarmee hits als You And Me en One Night Affair. Ze verhuisde later naar Amerika om daar o.a. met de jazzgrootheid Roy Ayers te werken.
Harry Belafonte: 25 april
96: De Amerikaanse zanger Harry Belafonte was de hoofdverantwoordelijke voor de populariteit van de Calypso muziek in de jaren 50 en 60. In die periode scoorde hij hits als Day-O (The Banana Boat Song), Jump In the Line (Shake, Senora), Jamaica Farewell en Mary’s Boy Child. Op het toppunt van zijn bekendheid verscheen het klassieke live album Belafonte At Carnegie Hall (1959). Harry Belafonte ontpopte zich daarnaast tot een zeer verdienstelijk acteur. De zanger had altijd al een sterk sociaal rechtvaardigheidsgevoel. Later in zijn loopbaan raakte hij dan ook betrokken bij burgerrechtenbewegingen en andere maatschappelijke organisaties.
Tim Bachman: 28 april
71: Het was een dramatisch jaar voor Bachman Turner Overdrive, de Canadese rockband die vooral in de jaren 70 heel populair was. In januari overleed al drummer Robbie Bachman, zijn oudere broer Tim – zang en gitaar – volgde slechts vier maanden later. Van de drie broers die ooit het hart van de band vormden, leeft alleen Randy Bachman nog.
Gordon Lightfoot: 1 mei
84: Early Morning Rain en If You Could Read My Mind zijn slechts twee van de vele hits die de Canadese singer-songwriter Gordon Lightfoot scoorde tijdens zijn lange, vruchtbare loopbaan. Bob Dylan was een van zijn fans en liet zich ooit ontvallen: “ik kan geen song van Gordon Lightfoot bedenken die ik niet goed vind. Elke keer als ik een van zijn liedje hoor, wil ik dat die eeuwig doorgaat.”
Linda Lewis: 3 mei
72: De Britse zangeres Linda Lewis scoorde in 1975 een hit met Betty Everett’s The Shoop Shoop Song (dat later ook met veel succes gecoverd werd door de Amerikaanse diva Cher), en in 1983 een club-hit met Class, Style ((I’ve Got It), geschreven door Dolly Parton. Linda Lewis werkte daarnaast als achtergrondzangeres voor o.a. David Bowie, Cat Stevens, Rod Stewart, Joan Armatrading en Jamiroquai.
Andy Rourke: 19 mei
59: In de jaren 80 etaleerde bassist Andy Rourke zijn unieke stijl als lid van The Smiths. Na het einde van die groep bleef hij werken met zanger Morrissey. Hij was ook betrokken bij opnamen van the Pretenders en zangeres Sinéad O’Connor.
Tina Turner: 24 mei
83: Tina Turner was de onbetwiste Queen of Rock’n’Roll die lang over een eeuwige jeugd en een onbeperkte energie leek te beschikken. Ze schitterde in de jaren zestig aan de zijde van haar echtgenoot Ike Turner, maar later werd bekend dat haar leven achter de schermen een hel was. In de jaren 70 wist ze zich eindelijk aan zijn ijzeren greep te ontworstelen. Hoewel haar loopbaan op een dood spoor leek te zitten, wist ze met de hulp van een heel team aan producers en songswriters in 1984 de comeback van het decennium te forceren met Private Dancer. Het album maakte haar veel groter dan ze ooit was. Tot diep in de jaren 90 wist ze zich als een absolute superster te handhaven dankzij wereldhits, succesvolle albums en uitverkochte stadiontournees. Haar bijzondere levensverhaal was de basis voor de film What’s Love Got To Do With It en de musical Tina.
Reuben Wilson: 26 mei
88: Reuben Wilson was een Amerikaanse jazz-toetsenist wiens albums o.a. verschenen op het legendarische Blue Note label. Zijn werk was later van invloed op de acid jazz scene, waar zijn songs ook regelmatig gesampeld werden.
George Winston: 4 juni
74: George Winston was een veelzijdige pianist die zowel moderne klassieke muziek vertolkte als rhythm & blues, folk en new age. Hij had veel succes met het muzikale drieluik Autumn, Winter Into Spring en December. Zijn interpretaties van songs van The Doors leverde hem een Oscarnominatie op.
Astrud Gilberto: 5 juni
83: Atrud Gilberto was de grootste zangeres die de Braziliaanse samba en bossa nova in de jaren 60 voortbracht. Ze zal altijd herinnerd worden dankzij de wereldhit The Girl from Ipanema, afkomstig van het album uit 1964 dat ze maakte met Stan Getz, João Gilberto en Antônio Carlos Jobim.
Tony McPhee: 6 juni
79: Engeland kende in de jaren 60 een florerende blues scene. Een van de boegbeelden was Tony McPhee, de zanger en gitarist van de destijds populaire blues rock band The Groundhogs.
Jane Birkin: 16 juni
76: Jane Birkin was een zangeres en actrice die vooral furore maakte in de jaren 60 en 70. In haar muzikale leven werkte ze regelmatig samen met Serge Gainsbourg, waar ze ook een relatie mee had. Het stel schreef geschiedenis met het klassieke hijgnummer Je T’Aime Moi Non Plus.
Ruud Bos: 30 juni
87: Ruud Bos was een productieve muzikant, orkestleider en componist. Tijdens zijn lange loopbaan schreef hij liedjes voor tv-series, films en theaterproducties zoals De Fabeltjeskrant, De Fabriek, Kinderen Voor Kinderen, Zeg ‘ns AAA, Paulus de Boskabouter en Dagboek van een Herdershond.
Mo Foster: 3 juli
78: De Brit Mo Foster was een veelzijdig mens die als producer, muzikant, songschrijver werkte met grootheden als Jeff Beck, Phil Collins, Cliff Richard, Brian May, Gerry Rafferty, Ringo Starr, Van Morrison en Joan Armatrading.
Tony Bennett: 21 juli
96: Tony Bennett stond al op z’n tiende op het podium. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een onderbreking; hij vocht als Amerikaans militair in Europa. In de jaren 50 groeide hij uit tot een succesvolle crooner, net als tijdgenoten als Frank Sinatra en Dean Martin. Hij bleef ook na die hoogtijdagen actief en wist met diverse duetten zelfs een brug te slaan naar jongere generaties artiesten als Amy Winehouse, Lady Gaga en Queen Latifa. Hoewel hij een voorbije traditie vertegenwoordigde, wist hij op deze manier toch heel actueel te blijven. Hij ging pas in 2021 met pensioen. De lange loopbaan sloot hij af met een MTV-special met Lady Gaga.
Randy Meisner: 26 juli
77: De zanger en bassist Randy Meisner werd aanvankelijk bekend als lid van de country rock band Poco. In 1971 richtte hij met Don Henley, Bernie Leadon en Glenn Frey de Eagles op. Randy Meisner was de zanger van de wereldhit Take It To The Limit.
Sinéad O’Connor: 26 juli
56: Er circuleerden al langer zorgwekkende berichten over de gesteldheid van de Ierse zangeres Sinéad O’Connor, toch ervoeren velen het nieuws van haar dood als een schok. De zangeres brak eind jaren 80 door met het album The Lion And The Cobra. De door Prince geschreven single Nothing Compares 2 U, afkomstig van haar tweede album I Do Not Want What I Haven’t Got, maakte van haar een wereldster. Ze bleef ook daarna albums maken en was veel op tournee. Ze zette zich daarnaast onvermoeibaar in voor de rechten van o.a. onderdrukte vrouwen en slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk. In 2012 deed ze verslag van haal veelbewogen leven in de autobiografie Rememberings.
Bea van der Maat: 27 juli
62: Bea van der Maat was een Belgische zangeres, presentatrice en actrice. In de jaren 80 was ze lid van de band Won Ton Ton waarmee ze de hit I Lie And I Cheat scoorde.
David LaFlamme: 6 augustus
82: De bezoekers van het Kralingen festival van 1970 in Rotterdam zullen zich de huilende en krassende viool van David LaFlamme ongetwijfeld nog herinneren. De Amerikaan speelde er als lid van de psychedelische rockband It’s A Beautiful Day, die dat jaar een hit scoorde met White Bird.
Sixto Rodriguez: 8 augustus
81: Zonder de documentaire Searching For Sugar Man had het grote publiek vermoedelijk nooit gehoord van Sixto Rodriguez. De Amerikaanse singer-songwriter bracht begin jaren 70 twee intrigerende albums uit vol psychedelisch aandoende folk. De albums flopten en de man leek verzwolgen te worden door de vergetelheid. Zonder dat het elders in de wereld bekend was, bleek hij in Zuid-Afrika echter een ongekende sterrenstatus te hebben. De film waarin dat eindelijk onthuld werd, bezorgde hem een spectaculaire late doorbraak.
Robbie Robertson: 9 augustus
80: Na een aantal jaren als lid van Ronnie Hawkins and the Hawks stapten gitarist Robbie Robertson en de andere begeleiders in het midden van de jaren 60 over naar Bob Dylan. Ze maakten van dichtbij mee hoe het publiek reageerde op de Amerikaanse folkzanger die op de elektrische tour ging. De band transformeerde enkele jaren later tot The Band, dat uit zou groeien tot een van de belangrijkste Amerikaanse rootsbands. Robbie Robertson had later ook succes als componist van soundtracks. In 1987 scoorde hij een grote internationale solo-hit met Somewhere Down The Crazy River.
Jerry Moss: 16 augustus
86: Jerry Moss was een van de zwaargewichten van de Amerikaanse platenindustrie. In 1962 richtte hij met muzikant Herb Alpert de platenmaatschappij A&M Records op, dat de thuishaven werd voor o.a. The Carpenters, Peter Frampton, Quincy Jones, Supertramp, Bryan Adams, Joe Jackson, The Brothers Johnson, The Police, Cat Stevens, Joe Cocker, Billy Preston en honderden andere artiesten en bands.
Toto Cutugno: 22 augustus
80: De Italiaanse zanger Toto Cutugno was vooral in eigen land een absolute ster, al scoorde hij begin jaren 80 wel een internationale hit met het nummer L’Italiano. In 1990 was hij bovendien de winnaar van het Eurovisiesongfestival met het liedje Insieme: 1992.
Bernie Marsden: 24 augustus
72: Van 1978 tot 1982 was gitarist Bernie Marsden lid van Whitesnake, de hardrock band die aangevoerd werd door zanger David Coverdale. Hij schreef (mee aan) songs als Fool for Your Loving, Walking In The Shadow Of The Blues, Ready An’ Willing, Lovehunter, Troube en Here I Go Again.. In de laatste decennia van zijn leven was hij vooral actief onder zijn eigen naam.
Jack Sonni: 30 augustus
68: De Amerikaan Jack Sonni was een alom geliefde sessiemuzikant. Hij zal vooral herinnerd worden dankzij zijn bijdragen aan het succesalbum Brothers In Arms van Dire Straits uit 1985 en de daaropvolgende tournee. Hij begeleidde de band ook in de zomer van dat jaar tijdens op het optreden op Live Aid.
Jimmy Buffett: 1 september
76: Jimmy Buffett was een steevast in een fleurig Hawaii-shirt gestoken zanger wiens liedjes steevast gesitueerd waren in zonnige oorden. Wuivende palmbomen, blauwe oceanen en een cocktail onder handbereik – dat werk. Songtitels als Grapefruit Juicy-Fruit, Margaritaville, Where’s The Party?, en Christmas in The Caribbean spreken wat dat betreft boekdelen.
Gary Wright: 4 september
80: In de jaren 60 en 70 was Gary Wright zanger en toetsenist van de rockband Spooky Tooth. Tussendoor deed hij ook sessiewerk, zoals voor George Harrison. In de loop van de jaren 70 koos de Amerikaan voor een solocarrière die met de hit Dream Weaver een vliegende start kende.
Steve Harwell: 4 september
56: Van 1994 tot 2021 was Steve Harwell de zanger van de Amerikaanse rockband Smash Mouth. De band was vooral in de jaren 90 in eigen land succesvol met een mix van ska en heavy rock. De frontman worstelde lang met alcoholisme, wat hem uiteindelijk ook fataal werd.
Brendan Croker: 10 september
70: De Britse zanger, componist en muzikant was actief met zijn eigen begeleidingsband The Five O’Clock Shadows. Hij werkte daarnaast met o.a. Eric Clapton, Chet Atkins, Tanita Tikaram en Mark Knopfler. Met die laatste formeerde hij eind jaren 80 de supergroep The Notting Hillbillies.
Roger Whittaker: 13 september
87: De Britse zanger met de onafscheidelijke sik en het donkerbruine stemgeluid was eind jaren 60 en begin jaren 70 ook in Nederland razend populair. In die periode scoorde hij Top 10-hits met o.a. If I Were A Rich Man, I Don’t Believe In If Anymore en The Last Farewell.
Rudolph Isley: 11 oktober
84: Rudolph Isley was een van de zangers van de soulband The Isley Brothers. De band werd al in de jaren 50 in Ohio opgericht en is nog altijd actief. Shout, Twist And Shout en This Old Heart of Mine (Is Weak for You) waren enkele van de hits die ze scoorden in de jaren 60.
Carla Bley: 17 oktober
87: De Amerikaanse toetsenist, componist en bandleider Carla Bley was een prominente figuur in de free jazz scene van de jaren 60. Gedurende haar lange loopbaan bracht ze een groot aantal albums uit, zowel solo als met jazzgezelschappen. Haar bekendste werk is Escelator Over The Hill, een jazzopera dat in 1971 als 3-lp set verscheen.
Dwight Twilley: 18 oktober
72: De Amerikaanse Dwight Twilley Band scoorde in 1975 een hit met I’m On Fire. Zanger en gitarist Dwight Twilley groeide in de loop van de jaren 70 uit tot een van de boegbeelden van de florerende powerpop scene. Hij overleed als gevolg van een beroerte.
Charlie Dominici: 17 november
72: Als zanger van de Amerikaanse progressieve metal band Dream Theater was Charlie Dominici te horen op het debuutalbum When Dream And Day Unite. Al snel bleek dat hij niet de juiste stem had voor de stijl van de band en werd hij uiteindelijk vervangen door de Canadees James LaBrie. Later in zijn leven bracht hij onder eigen naam nog wel een album trilogie uit.
Jean Knight: 22 november
80: De in New Orleans geboren Jean Knight was een soulzangeres die haar bekendheid vooral dankte aan het nummer Mr. Big Stuff zoals dat in 1971 uitgebracht werd op het legendarische Stax-label.
Geordie Walker: 26 november
64: Geordie Walker was in zijn lange loopbaan betrokken bij uiteenlopende projecten en bands. Het publiek zal hem vooral herinneren als de vaste gitarist van de Britse formatie Killing Joke, waarmee hij van 1980 tot 2015 een 15-tal albums opnam.
Shane MacGowan: 30 november
65: De Brits-Ierse zanger Shane MacGowan maakte begin jaren 80 furore met The Pogues, een Ierse formatie die de traditie van de folk koppelde aan de energie van de punk. Na een aantal baanbrekende albums vervolgde de brekebeen zijn loopbaan als Shane MacGowan and the Popes, om later toch weer terug te keren naar The Pogues. De zanger haalde daarnaast regelmatig het nieuws vanwege zijn ongeremde consumptie van drank en drugs, waardoor zijn optredens regelmatig in chaos eindigden. De bezoekers van de Pinkpop editie 1995 kunnen daarover meepraten.
Myles Goodwyn: 3 december
75: Myles Goodwyn was de zanger, gitarist en belangrijkste componist van de Canadese hardrockband April Wine. Vooral in de jaren 70 en 80 had de band aanzienlijk succes, in eigen land en internationaal. Op 2 maart dit jaar trad hij voor het laatst op met April Wine.
Denny Laine: 5 december
79: In het midden van de jaren 60 was Denny Laine lid van The Moody Blues. De hit Go Now werd door hem gezongen. Begin jaren 70 dook hij op in Paul McCartney’s Wings, waar hij tot 1981 deel van bleef uitmaken. Hij werkte later met andere muzikanten en bracht een aantal soloplaten uit.
Colin Burgess: 16 december
77: Colin Burgess werd aanvankelijk bekend als de drummer van de Australische rockband Masters Apprentices, die vooral in eigen land heel populair was. Hij ging echter vooral de geschiedenis in als de eerste drummer van AC/DC. Hij werd in 1974 ontslagen omdat hij tijdens een optredens dronken zou zijn. De muzikant bleef later actief in een reeks andere groepen en projecten.
Beer Klaasse: 23 december
79: Beer Klaasse was een prominente figuur in de Haagse beatscene van de jaren 60. Hij was drummer van de roemruchte band De Kick, Group 1850 en Q65. In de jaren 70 speelde hij, samen met o.a. ex-Q65 bassist Peter Vink, in de progressieve rockband Finch.