Depeche Mode: Haat-liefde verhouding met Nederland

Publicatiedatum 07-01-2024 Laatst gewijzigd 07-02-2024

In het najaar 1981 verscheen ooit het debuut album van Depeche Mode, Speak & Spell. De Britse synth-pop band was een exponent van de typische jaren tachtig sound, maar wist zich in tegenstelling tot veel tijdgenoten telkens weer te vernieuwen. Lang had Depeche Mode echter een moeizame relatie met ons land. Een Nederlandse fotograaf bracht echter uitkomst.

 

Depeche Mode werd in 1980 opgericht door vier muzikanten die al in de jaren zeventig actief waren in verschillende bands, zonder al teveel succes. Dave Gahan (zang), Martin Gore (keyboards, gitaar), Andy Fletcher (keyboards, bas) en Vince Clarke (keyboards) vonden elkaar in hun liefde voor de (overwegend) elektronische geluiden van o.a. Kraftwerk, Orchestral Manoeuvres In The Dark, The Human League en The Cure. Het viertal doopte zich tot Depeche Mode, afgekeken van de naam van het deftige Franse modeblad Dépêche Mode, dat zich liet vertalen als ‘modenieuws’.

 

 

De invloeden klonken nog duidelijk door op het debuut Speak & Spell dat in het najaar van 1981 in de winkel lag. Kale klanken en pakkende melodieën. Nadat er al lokale hits waren gescoord met Dreaming Of Me en New Life, bezweek de rest van de wereld toen Just Can’t Get Enough op single verscheen. Het nummer schoot in meerdere Europese landen de hitlijsten in en haalde zelfs in Amerika een mooie 26ste plaats in de Billboard Hot Dance Club Play. Alleen in Nederland kwam I Just Can’t Get Enough niet eens in de buurt van de Top 40.

 

Nederlandse top 10-hit

Het zou tekenend zijn voor de altijd wat complexe relatie die de band met Nederland zou hebben. Terwijl die belangrijke single hier dus flopte, gaf Depeche Mode in het Openlucht Theater in het Haagse Zuiderpark wel een van de eerste optredens buiten eigen land. In de jaren daarna stond de band onder anderen in de Paradiso in Amsterdam, Vredenburg in Utrecht en de Doelen in Rotterdam. Maar terwijl Depeche Mode in omringende landen in luttele jaren uitgroeide tot een absolute top-act, bleef in de Hollandse polder zo’n doorbraak uit. De band werd niet helemaal serieus genomen, iets waar de leden zich in interviews ook luidkeels over beklaagden. “Lange tijd zijn wij aangezien voor een typisch tiener-bandje”, mopperde Andy Fletcher in 1997 nog in het dagblad Trouw. “Op de grens van elektro en disco. Hits als Just Can’t Get Enough zullen daar ook aan bijgedragen hebben. Dat we meer inhoud hadden, werd niet gezien. En waarom? Of de Hollanders hebben een slechte smaak of wij zijn hier slecht gemarket.”

Het verhaal begon halverwege de jaren tachtig wel langzaam te kantelen. De eerste aanzet werd gegeven door een lokale hit, die vriend en vijand verraste. Nederlandse deejays en radiomakers als Ben Liebrand, Erik de Zwart, Jeroen van Inkel en Adam Curry lieten een live-versie van I Just Can’t Get Enough overuren draaien in hun shows. De daarop response inspireerde de platenmaatschappij om deze uitvoering op single uit te brengen, waarna het in 1985 in deze versie alsnog in Nederland en België een top 10-hit werd.

 

Anton Corbijn

Volgens de overlevering zorgde het imago van lichtgewicht elektrobandje er ook voor dat de Nederlandse fotograaf en filmer Anton Corbijn aanvankelijk de boot afhield toen hij door Depeche Mode benaderd werd. In 1986 zwichtte hij toch en schoot een de sfeervolle video voor A Question Of Time, afkomstig van Black Celebration. Dit vijfde album liet horen dat Depeche Mode zich in artistiek opzicht nog steeds aan het ontwikkelen was. Toetsenist Alan Wilder, die in 1981 Vince Clarke had opgevolgd, had hierin een groot aandeel.

Het album werd in vrijwel heel Europa onthaald als een meesterwerk, met de verkoopcijfers die daarbij hoorden. Zo niet in Nederland, waar de plaat matig verkocht en de single A Question Of Time roemloos bleef steken in de Tipparade. De clip vormde desondanks het begin van een intensieve samenwerking tussen Anton Corbijn en Depeche Mode, die voortduurt tot de dag van vandaag. Hij regisseerde sindsdien meer dan twintig clips. De Nederlander was daarin soms zelf te zien, zo figureerde hij als drummer in de video voor Barrel Of A Gun uit 1997. Hij ontwierp de podia die Depeche Mode gebruikte tijdens de wereldtournees en in 2019 schoot hij de banddocumentaire Spirits In The Forest.

 

Personal Jesus

Het duurde lang voor deze Nederlandse connectie vruchten begon af te werpen. Terwijl Depeche Mode wereldwijd in uitverkochte stadions speelde, liet de band ons land van 1993 tot 2006 zelfs volledig links liggen. Tekenend was dat in 1989 Personal Jesus, alom beschouwd als een van de beste nummers van Depeche Mode ooit, in 1989 niet verder kwam dan de Tipparade. Een jaar later werd de top-10 wel gehaald met Enjoy The Silence. Ondanks die karige hitparadesuccessen, groeide de status van Depeche Mode gestaag in Nederland, wat vooral te danken was aan de kwaliteit van albums als Ultra (1997), Exciter (2001) en Playing The Angel (2005), waarop de groep telkens weer een nieuwe, avontuurlijke draai wist te geven aan het elektronische geluid.

Het zorgde er ook voor dat de doodse stilte op het Nederlandse concertfront na dertien lange jaren doorbroken kon worden. Op 26 maart 2006 speelde de band in de Ahoy’ in Rotterdam, waarbij de groep aangekondigd werd door hun trouwe Hollandse vriend Anton Corbijn. Vanaf dat moment stond de band vaker op een Nederlands podium. Zo speelde Depeche Mode in 2009 opnieuw in het Rotterdamse sportpaleis, ditmaal als onderdeel van de Tour Of The Universe tournee, waarvoor Anton Corbijn andermaal het decor ontworpen had. Dat Nederland de band voorzichtig in de armen gesloten had, bleek eens te meer toen Depeche Mode gevraagd werd om te spelen op het prestigieuze Pinkpop festival. Dat optreden moest vanwege ziekte van zanger Dave Gahan echter afgezegd worden.

 

 

Ziggo Dome

Wie de band daardoor destijds miste, kreeg genoeg gelegenheid om die schade in te halen. Depeche Mode speelde in 2013, 2017 en 2018 in de Ziggo Dome in Amsterdam. De laatste albums kregen goede kritieken en verkochten prima, ook in Nederland. Hoezen van platen als Playing The Angel (2005), Sounds Of The Universe (2009), Delta Machine (2013) en Spirit (2017) waren allemaal van de hand van Anton Corbijn.

Nergens duurde het zo lang voor Depeche Mode vaste voet aan de grond kreeg als in Nederland, maar het lukte uiteindelijk dus toch. Natuurlijk zwichtte het publiek voor de kwaliteit van albums als Violator (1990), Songs Of Faith And Devotion (1993), Ultra (1997) en Exciter (2001). Terwijl diverse compilaties, zoals The Singles 81>98, liet horen dat de reeks uitgebrachte singles minstens zo indrukwekkend was. De band dwong de doorbraak dus vooral zelf af. Toch is het voor een groot deel ook aan de clips, films, hoezen en decors van Anton Corbijn te danken dat het uiteindelijk toch goed kwam tussen Depeche Mode en Nederland.

 

Reacties

Deze artikelen vind je misschien ook leuk...

De 50 best bekeken videoclips van de jaren ‘80

Wat zijn de best bekeken muziekvideo’s op Youtube per decennium? We zetten de Top 50 meest bekeken van de jaren ’80 onder elkaar. We hebben voor het gemak, het aantal keren...

De 10 van AC/DC

AC/DC moet niets van verzamelalbums hebben. De band bevindt zich daarmee in het goede gezelschap van groepen als Metallica, Tool en Weezer waarvan ook nog steeds geen compilatie...

Het verhaal achter: I’m On Fire van Bruce Springsteen

I’m On Fire van Bruce Springsteen en de E Street Band gaat over het hartstochtelijk verlangen naar een verboden en onbereikbare liefde. De vierde single van het succesalbum Born...