Publicatiedatum 24-11-2023 Laatst gewijzigd 27-11-2023
ShoppenDe jaren 60 bezorgden Bob Dylan een bijna goddelijke status. In het daaropvolgende decennium kon de Amerikaanse zanger in de ogen van zijn fans en de journalisten opeens geen goed meer doen. Multi-instrumentalist David Mansfield was in die veelbewogen periode lid van Bob Dylan’s begeleidingsband. Een aantal projecten uit die tijd – The Rolling Thunder Review en het in Budokan opgenomen live album – verdienen volgens hem herwaardering.
“Ik was eigenlijk nog een onbeschreven blad”, vertelt David Mansfield over de tijd waarin hij in de band van Bob Dylan verzeild raakte. “Ik kwam wel uit een muzikale omgeving. Mijn vader was de eerste violist in het Philharmonieorkest van New York. In mijn tienertijd speelde ik in eigen bandjes. Toen de kans bij Bob Dylan zich aandiende, had ik er net een tournee met folkzanger Eric Andersen op zitten. Mijn vriendin werkte in een club in Manhattan waar ene Bob Neuwirth regelmatig aan de bar hing. Hij was zelf ook muzikant en een goede vriend van Bob Dylan. Zo hoorde zij dat leden zocht voor een nieuw te formeren begeleidingsband. In mijn jeugdige overmoed heb ik mij gemeld. Ik heb wat stukjes gespeeld. Vraag me niet wat. Ik werd ter plekke aangenomen. Ik was 18. Toen de tournee begon was ik net 19 geworden. En zo stond ik als tiener plotseling tussen Joan Baez, Roger McGuinn van The Byrds, Mick Ronson uit de band van Bowie en natuurlijk Bob Dylan zelf.”
In de knoop
Achteraf blijkt dat dit een periode is waarin Bob Dylan behoorlijk met zichzelf in de knoop ligt. Zijn huwelijk stevent onafwendbaar op de klippen af. Hij heeft daarnaast moeite met de status die hem door idolate fans wordt opgedrongen. Zoals hij ook een steeds grotere afkeer voelt van de grootschalige concerten, met de voorspelbaarheid van de shows en de afstand tot het publiek die daarmee gepaard gaan. “Bob wilde weer een ouderwetse folkzanger zijn”, weet David Mansfield nog goed. “Een artiest die in een bont gezelschap van het een naar het andere dorpje trekt om in het lokale zaaltje zijn liedjes te zingen, om na afloop van zo’n optreden tot diep in de nacht na te praten met het publiek. Er moest ook weer ruimte voor improvisaties zijn.”
Spraakzaam
Het leidt tot een veelbesproken tournee die in 1975 en 1976 plaatsvindt. In lijn met de ambitie van Bob Dylan voert die inderdaad langs vaak onooglijke zaaltjes vol ‘locals’ die soms geen idee hebben wat voor een rare man daar op het podium staat. Om de circusachtige sfeer van de entourage te versterken, schminkt Bob Dylan namelijk regelmatig zijn gelaat wit. Wie erbij is, ziet dat de tamelijk chaotische opzet van de tournee en de optredens wel het beste in Bob Dylan naar boven haalt. Hij zingt zijn songs met een opvallende felheid en bevlogenheid. Opnamen van de tournee komen terecht op het live album Hard Rain, zoals die in 1976 uitkomt. “De sfeer was goed”, staat David Mansfield nog helder voor de geest. “Zo jong als ik was, werd ik door al die veteranen met respect behandeld. Ook door Dylan, al was hij niet zo spraakzaam destijds. Ik denk dat hij tijdens die tournee een paar woorden met mij gewisseld heeft.”
Martin Scorsese
De concertreeks moet de basis zijn voor een avondvullende film waarmee ook de rest van de wereld kennis kan maken met de nieuwe, kleinschalige Bob Dylan. Vanwege allerlei verwikkelingen gaat die echter pas in 1978 in roulatie. Het momentum is daarmee gepasseerd. Renaldo and Clara blijkt bovendien een wat onhandige combinatie van speelfilm en concertverslag. De recensies zijn vernietigend. Hoe goed de tournee is, wordt in 2002 pas duidelijk dankzij het vijfde deel in de onvolprezen Bootleg Series met daarop een representatieve selectie van de gespeelde tracks. De set wordt in 2019 opnieuw op de markt gebracht vanwege de pseudo-documentaire Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story by Martin Scorsese waarop ook de artistieke intenties van Bob Dylan veel beter uit de verf komen. “Vanwege het floppen van de tournee hing er lang een slechte vibe rond die Rolling Thunder Revue tournee”, beaamt David Mansfield. “Sinds die wonderlijke documentaire in roulatie ging, merk ik dat veel mensen dat beeld bijgesteld hebben. Het was een fascinerende periode in de loopbaan van Bob Dylan.”
Street-Legal
Een episode die volgens de Amerikaanse muzikant ook een herwaardering verdient is de wereldtournee van Bob Dylan uit 1978 en de liveplaat die daaruit voortvloeiende: Bob Dylan At Budokan. “Het was weer een grootschalige tournee”, vertelt David Mansfield. “Het was deels ter promotie van het album, dat in de zomer van 1978 uitkwam: Street-Legal. Ik speel daar zelf ook op mee. Het werd opgenomen in een geïmproviseerde studio in Santa Monica, in Californië. Het was eigenlijk weinig meer dan een leegstaande verdieping van een kantoor, met een mobiele studio voor de deur. Het album zoals het destijds uitkwam, klinkt dan ook niet zo goed. De remix die later werd uitgebracht is al een stuk beter.”
Voor Street-Legal in de winkels ligt, gaan Bob Dylan en zijn band eerst van februari tot begin april 1978 op tournee door Japan, Nieuw-Zeeland en Australië. De shows in de legendarische sporthal Budokan in Tokyo worden opgenomen voor een live album dat in eerste instantie alleen in Japan op de markt komt. Bob Dylan At Budokan wordt echter massaal geëxporteerd naar de rest van de wereld, want de vraag naar een nieuw live document is groot. Het wordt om die reden later dat jaar ook internationaal uitgebracht. De reacties op het live dubbelalbum en het Noord-Amerikaanse en Europese vervolg van de tournee zijn overigens opvallend koel. Bob Dylan toert met een uitgebreide band, met daarin een belangrijke rol vol blazers en achtergrondzangeressen. Het collectief speelt de songs ook nog eens in drastisch herschreven arrangementen. Het is zijn vele critici allemaal wat te gepolijst.
*Tekst loopt door onder de foto
Foto: Joel Bernstein
Gelouterde muzikanten
“Het enige dat ik jammer vind is dat die live plaat zo vroeg in de tournee is opgenomen”, reageert David Mansfield. “In de loop van dat jaar raakten we steeds beter op elkaar ingespeeld. In de rest van de kritiek kan ik mij veel minder vinden. Inderdaad, Bob had de arrangementen behoorlijk omgegooid. Hij heeft dat echter altijd gedaan. Het is zijn manier om de songs vitaal te houden, voor hemzelf, de begeleiders en het publiek. Zijn band bestond in 1978 bovendien uit absolute topmuzikanten. Ik heb het dan echt niet meteen over mijzelf, maar over gelouterde muzikanten als saxofonist Steve Douglas, de gitaristen Steven Soles en Billy Cross, bassist Rob Stoner en drummer Ian Wallace. Bob stak bovendien goed in zijn vel. Hij maakte regelmatig grapjes op het podium en communiceerde heel soepel met het publiek. Het is vreemd dat hem dat later werd nagedragen. Ik vond het in veel opzichten een geweldige reeks concerten.”
De Kuip
Het gezelschap doet op 23 juni 1978 ook de Kuip in Rotterdam aan, voor het eerste optreden van Bob Dylan in Nederland ooit. Hoezeer de gitarist ook in zijn geheugen graaft, hij kan zich er helaas niets van herinneren. David Mansfield vertelt dat hij eind 1978 na afloop van de wereldtournee verwacht dat deze in het volgende jaar voortgezet zal worden. De grillige zanger beschikt echter anders. Bob Dylan besluit toe te geven aan de religieuze gevoelens waar hij al een tijdje mee rondloopt. In de jaren die volgden brengt hij als een zelfverklaard wedergeboren christen drie gospelalbums uit. Opnieuw zorgt het voor veel tumult onder zijn toch al getergde gevolg.
“Gelukkig is ook dit een kant van Dylan die later de verdiende waardering heeft gekregen”, glimlacht David Mansfield. “Natuurlijk was ik teleurgesteld over het einde van de samenwerking, maar zo’n album als Slow Train Coming – zijn eerste religieuze plaat – vond ik meteen al geweldig. Ik hoorde hoe intens het was. Veel later heb ik nog wel even kort met Bob in de studio gezeten. Het leidde tot niet veel. Het contact verwaterde daarna. Zo gaat dat. Wel hoor ik via zijn manager Jeff Rosen nog regelmatig hoe het met hem gaat.”
Johnny Cash
David Mansfield stelt nadrukkelijk dat hij vol dankbaarheid terugkijkt op de vier jaar dat hij in de omgeving van Bob Dylan mocht verkeren. “Ik was een snotneus van 18 toen hij mij van de straat plukte. Vijf jaar later was het voorbij. Ik was net 24 geworden. Vanwege die platen en tournees gingen veel deuren voor mij open. In de jaren die volgden heb ik gewerkt met onder anderen Ringo Starr, Roger McGuinn, Marianne Faithfull, Roger Waters, Sting en Johnny Cash. In 1980 werd ik gevraagd om de soundtrack te componeren voor de film Heaven’s Gate. Het was het begin van heel een andere carrière: het schrijven van filmmuziek. Ik heb inmiddels zo’n 40 soundtracks op mijn naam staan. Natuurlijk, bezeten als ik ben van muziek had ik mijn weg sowieso wel gevonden. Alleen is alles dankzij die start bij Dylan alleen wel veel sneller gegaan. Ik heb dus veel te danken aan de kans die hij mij gegeven heeft.”
The Complete Budokan 1978
Zoals veel fans van Bob Dylan zich in de loop van de jaren tot zijn religieuze fase bekeren, groeit ook de waardering voor de Budokan live plaat. Er is lof voor de vaak verrassende arrangementen, terwijl ook eindelijk duidelijk wordt hoe bevlogen Bob Dylan in 1978 op het podium staat. David Mansfield is dan ook blij met de heruitgave The Complete Budokan 1978 zoals die op 17 november is uitgekomen. Van de 58 tracks in de box set, zijn er 36 nooit eerder officieel verschenen. Alle songs zijn ook nog eens opnieuw gemixt, waardoor ze eindelijk de sprankelende sound hebben die ze verdienen. “Ik heb de opnamen gehoord”, knikt David Mansfield. “Alles klinkt fantastisch. Ik hoop echt dat deze heruitgave de laatste twijfelaars overtuigt. Dylan stak in 1978 in blakende vorm.”
Bob Dylan is een mysterie dat we al decennialang proberen te doorgronden. De hoes van het iconische album Bringing It All Back Home (1965) is al even fascinerend. Hierbij leggen...
Dylan was de eerste artiest die ooit in de Rotterdamse Kuip optrad. Het was een ‘rainy day’ in juni 1978 toen hij Nederland aandeed als onderdeel van een wereldtournee die op...